Mei 2023 

 
Het is nu bijna 3 jaar na de coronauitbraak. Ik rijd op mijn varken Eugène door de verwoeste, overwoekerde straten naar mijn plaggenhut, kruisboog in de aanslag om me te verdedigen tegen mogelijke mutanten die het op mijn plaggen hebben voorzien. Het winkelwagentje dat we meeslepen (varkensstaarten blijken erg geschikt als trekhaak) is deprimerend leeg. In de overblijfselen van de Jumbo in Maarheeze is nu echt niets eetbaars meer te plunderen.
 
Het moet inmiddels maanden geleden zijn dat ik voor het laatst een levend wezen heb gezien - Soerendonk is een onbewoonbare woestenij geworden. Alsof het door Staatsbosbeheer is onderhouden. Vroeger was hier een friettent. Maar na de zomer van 2020 is alles veranderd.
 
Het begon allemaal bij de jongeren, die vervloekte jongeren. Die wilden op vakantie na de lockdown, en daar ging het gelijk al mis. Het RIVM had de jeugd opgeroepen voorzichtig te zijn en afstand te houden in het buitenland, maar een of andere magazijnmedewerker uit Boerenhol had onder dat bericht de reactie 'Wor toch wakker mense, laat je niks wijsmake!!' geplaatst. En dat gaf stof tot nadenken. Die man wist waarschijnlijk wel waarover hij het had, en zo gek veel spelfouten zaten er nou ook weer niet in zijn reactie, dus ging de jeugd massaal naar het buitenland om zoveel mogelijk corona te verzamelen en weer mee terug te nemen.
 

 

Daarna begonnen de KLM-piloten moeilijk te doen. Stond er op een gegeven moment eentje aan mijn deur met een collectebus. Op zijn T-shirt stond 'WWODCGDKMAF', hetgeen kortaf bleek te zijn voor 'Wij Willen Ondanks De Crisis Gewoon Drie Keer Modaal Actiefront'. Volgens hen had de regering veel te weinig van mijn belastingcenten aan de KLM overgemaakt en kwam hij daarom informeren of ik dit jaar wellicht geld van de belasting had terug gekregen. Dat zouden de piloten namelijk goed kunnen gebruiken. Het huidige steunpakket was weliswaar net voldoende om hun baan te redden, maar niet om hun levensstandaard op peil te houden. Sommigen dreigden zelfs onder het salaris van de minister-president uit te komen, terwijl piloten per lange afstandsvlucht soms tot wel 40 minuten moeten werken – dat vliegtuig landt echt niet vanzelf meneer. Die inzet verdiende toch wel wat meer waardering. Ik vertelde hem dat ik graag zou helpen maar dat ik dit jaar helaas moest terugbetalen aan de belasting, waarop ik 600 euro uit zijn collectebus griste en hem verder succes wenste.
 
Maar helaas bleef het niet bij jongeren en piloten. Opeens begon echt iedereen moeilijk te doen. Coronamoeheid. Jengelende studenten die per se ontgroend wilden worden (waar de ME graag aan meewerkte door hardhandig op ze in te meppen), Formule 1 liefhebbers die de auto van Racing Point teveel op de Mercedes van 2019 vonden lijken, het ging maar door.. Zowat iedereen met een mening of een kuthumeur of wat vrije tijd begon een protestbeweging tegen het één of ander. Zo richtte mijn buurman bijvoorbeeld de 'Kap Nou Eens Met Al Die Zeehondenopvangcentra Revolutionairen' op, wat voor mij nogal ongemakkelijk was aangezien mijn achtertuin in die periode om onduidelijke redenen net vol lag met zeehonden.
 
En eind 2021 kwam dan de onvermijdelijke Grote Escalatie. Overal plunderingen, vechtpartijen, totale anarchie. Werkelijk iedereen had het op iedereen voorzien. Ik herinner me nog goed dat ik mijn arm verloor in het Bloedbad van Budel en hem tot mijn eigen verbazing weken later weer terugvond tijdens de Hel van Heeze. Of beter gezegd, ik vond een arm. Dat zijn dingen die je bijblijven jongen. En de onlusten gingen nog maandenlang door, totdat uiteindelijk de laatste 'Hee, Waar Zijn Mijn Autosleutels'-activist de hersens insloeg van de enige nog overgebleven 'Iedereen Moet Nu Gewoon Even Zijn Smoel Houden, Ik Ben Aan Het Woord '-radicaal.
 
Wat restte was een totaal vernield land, een smeulende toendra. Bijna geen overlevenden. En in eerste instantie zie je in zo'n situatie alleen maar voordelen natuurlijk. Er kwamen geen Amsterdammers meer naar Brabant en je kon gewoon in een tutu of je blote hol naar de supermarkt om wat te plunderen als je dat wilde. Maar na verloop van tijd word je toch getroffen door de nieuwe realiteit. Internet lag eruit dus je kon alleen nog offline spelletjes spelen, we gingen wéér niet naar het EK, NETFLIX-series werden niet meer vernieuwd, Staatsbosbeheer schoot de edelherten niet meer af. Ik kreeg het daar op een gegeven moment toch erg moeilijk mee. En ik probeerde me nog wel een beetje te vermaken met twee van mijn favoriete woorden ('stram' en 'pluis'), maar eerlijk gezegd hielp dat gewoon geen reet.
 
Gelukkig ontmoette ik niet lang daarna mijn varken Eugène. En Eugène bleek het ook behoorlijk zwaar te hebben gehad. Heeft dagenlang op de stoep voor het abattoir gewacht, want hij mocht wegens gezondheidsredenen niet naar binnen - er heerste corona onder de Oost-Europese arbeiders. Na een kleine week  heeft een voorbijganger hem mee naar huis genomen, waar hij mocht onderduiken door zich voor te doen als spaarvarken. God, wat moet Eugène in die periode hebben stilgestaan. Maar na verloop van tijd begon Eugène zich daar toch wat onveilig te voelen. Hij had op een gegeven moment meer dan 67 euro aan kleingeld in zijn lijf en hij maakte zich ernstig zorgen dat zijn gastheer op een gegeven moment contanten nodig zou hebben. Dus besloot hij op een dag te ontsnappen en vlak daarna kwam ik hem tegen. Ik hoorde hem al van ver aan komen rinkelen.
 
Ik nam Eugène mee naar mijn plaggenhut en in ruil voor onderdak mocht ik af en toe een ritje op zijn rug naar de supermarkt maken om te plunderen of wat met zijn staart spelen. Al snel werden we dan ook de beste vrienden en hadden we samen de grootste lol. Dan nam ik hem mee naar de supermarkt en zette ik hem achter de kassa en dan zei ik dat ik geen zegeltjes hoefde hahahaha! Of dat ik bij de slagersafdeling een hakbijl pakte en zei 'Hee Eugène, wij moeten eens praten' of zo, ja echt ongelooflijk gelachen. Hoe vaak ik hem niet stiekem een karbonaadje heb laten eten, te leuk gewoon. Oh oh Eugène, ik zou echt iedereen een varken aanraden als iedereen er nog was.
 
Maar iedereen was er niet meer. Slechts één keer nog heb ik een mens gezien, nu een paar maanden geleden. In de verte zag ik een man lopen die een mutant had gevangen en hem aan een lijn achter zich aantrok. Ik schrok me dood, want ik had nog niet eerder een mutant gezien. Het was een afzichtelijke samensmelting van verschillende soorten, een misselijkmakende klap in het gezicht van de Schepping. De man riep dat ik niet bang hoefde te zijn en dat het een Labradoedel was, maar dat boeide me niet. Ik ben weggerend en heb me wekenlang teruggetrokken in mijn plaggenhut. Ik zal de walgelijke krullen van dat schepsel nooit meer vergeten.
 
En nu, nu rijd ik hier op de rug van Eugène met een lege winkelwagen, op weg naar onze hut, peinzend over de onzekere toekomst. Er is gewoon niks meer te plunderen bij de Jumbo, en ik vertik het om naar de Albert Heijn te gaan. Daar zat vroeger een eikel van een bedrijfsleider en die gun ik mijn klandizie gewoon niet. Dus ik moet een plan hebben. Vanavond maar eens goed gaan nadenken.
 
 
 
UPDATE: Ineens had ik een briljante ingeving. Bacon! Heeft me trouwens nog 67 euro aan kleingeld opgeleverd ook.
 

Eugene

 

 

 

 

 

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb